Ecosystemisch werken in de Ontwerp-, Bouw- en technieksector

Foto: Pixabay

In de ontwerp-, bouw- en technieksector wordt veel tussen partijen onderling samengewerkt. Een gebouw of tunnel maak je immers niet alleen, maar met vele specialisten op allerlei verschillende gebieden. Toch kan de (digitale) samenwerking nog beter. Ecosystemisch werken kan de sector nog verder vooruithelpen.

Tekst: Eveline Meijer

Wie een huis laat bouwen, laat dat doen door onder meer aannemers, elektriciens, architecten, metselaars, loodgieters en dakdekkers. Al die partijen moeten in meer of mindere mate samenwerken. “Maar vroeger was dat sequentieel, dus in elkaar opvolgende stappen”, zegt Remco van der Linden. Hij is Directeur Techniek en Markt bij Techniek Nederland, de ondernemersvereniging van technisch dienstverleners, installatiebedrijven en elektrotechnische detailhandel en reparatie. “Tegenwoordig is dat steeds meer iteratief.”

Dat moet ook wel, want deze sector loopt tegenwoordig tegen complexe maatschappelijke opgaven aan. Ze moeten zo min mogelijk CO2 uitstoten en de gebouwde omgeving verduurzamen, maar tegelijkertijd ook 100.000 nieuwe woningen per jaar opleveren. “Om dat mogelijk te maken, moet je veel slimmer en efficiënter samenwerken, met minder herstelkosten.”

Het ecosystemisch samenwerkingsverband heeft toch net dat extra.

Samen innoveren en leren

Ecosystemisch werken kan daar enorm bij helpen, denkt ook Marcel van Lieshout. Van Lieshout is directeur van het Centraal Register Techniek, het digitale kwaliteitsregister voor de installatietechniek. “Volgens mij is dat nog net een niveau hoger. Bij ecosystemisch werken innoveer je met elkaar en leer je van elkaar, terwijl je toch competitief blijft.”

Dat is in de ogen van Van Lieshout echt anders dan wat er nu gebeurt. Hoewel partijen steeds vaker iteratief en in multidisciplinaire vormen met elkaar samenwerken, gebeurt dat volgens hem nog veel op losse eilandjes. Bijvoorbeeld een enkele cementleverancier die samenwerkt met een enkele metselbedrijf en één aannemer. “Dat zijn ook supermooie samenwerkingsverbanden, maar dat ecosystemisch samenwerkingsverband heeft toch net dat extra.”

Toch zien de twee heren wel dat steeds meer spelers zich realiseren dat er op hoger niveau moet worden samengewerkt. “Maar wel met goede spelregels.”

Alles begint met een ontwerp van het gebouw. Dat is eigenlijk een soort digital twin. 

Digitale voorzieningen

In de ontwerp-, bouw- en technieksector kun je van verschillende ecosystemen spreken, zeggen Van Lieshout en Van der Linden. Om praktisch samen te werken binnen de sector om onder meer gebouwen te realiseren, spreek je al snel van een business ecosysteem. Daarnaast wordt er gewerkt aan een digitaal ecosysteem, waarin de verschillende partijen op digitaal gebied kunnen samenwerken. Dat wordt immers ook steeds relevanter.

“Je hebt allerlei informatiestromen nodig om een gebouw te ontwerpen en te maken”, vertelt Van der Linden. “Het begint natuurlijk met een ontwerp van een gebouw, wat wij een BIM-model noemen. Dat is eigenlijk een soort digital twin.” Dat BIM-model krijgt informatie van allerlei verschillende bronnen. Denk aan het ontwerp van de architect, maar ook informatie over hoe de elektra en leidingen moeten lopen, en waar verschillende systemen geplaatst worden. Verder bestaat er bijvoorbeeld nog geografische informatie die meegenomen kan worden.

Als het bouwwerk dan eenmaal klaar is, volgt de beheerfase. “Dan krijg je allemaal informatie uit een gebouw dat in productie is en data uitwisselt. Dus over de prestaties van installaties en het energieverbruik, maar ook over hoe vaak er bijvoorbeeld een lift gestuurd wordt en hoe het gebouw gebruikt wordt.” Daarmee wordt het onderhoud afhankelijk van het gebruik en kunnen storingen voorkomen worden.

DSGO

Tot nu toe wordt al die informatie in de verschillende fase van het ontwerp- en bouwproces overgedragen tussen ketenpartners. Met als nadeel dat daarbij gegevensverlies kan ontstaan. Daarom werd afgelopen zomer de eerste versie van het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) gelanceerd, een set van uniforme afspraken die zorgt voor veilige, betrouwbare en gecontroleerde toegang tot data in de ontwerp-, bouw- en technieksector.

“Stel, ik wil van een gebouw weten waar een bepaalde installatie staat en welke componenten dat heeft. In plaats van dat je tekeningen in een pdf opstuurt, kan dat nu digitaal met alle gegevens die ook gebruikt kunnen worden door de andere ketenpartners. Er zijn nu afspraken om te zorgen dat dit betrouwbaar gedeeld wordt door het bedrijf wat iets aangebracht of geïnstalleerd heeft. Met toestemming van de eigenaar van de data.”

Het DEI heeft ook meegewerkt aan een project voor de Ontwerp-, Bouw- en Tecnieksector. Meer daarover lees je hier.

Vliegwiel op gang brengen

De volgende uitdaging op dit gebied is nu dat het zich verder moet verspreiden. “Het moet als een soort vliegwiel op gang komen”, zegt Van Lieshout. Daarbij is belangrijk dat organisaties ook met hun klanten en partners blijven delen hoe interessant het DSGO voor hen kan zijn én dat het gemakkelijk is om hier deel van uit te gaan maken. “Op die manier hopen we een olievlek te krijgen, waardoor steeds meer beroepen en sectoren mee gaan doen aan die uitwisseling. Uiteindelijk krijg je dan een systeem waar mensen en bedrijven heel graag onderdeel van willen zijn.”

“We zitten nu in de fase om te zorgen dat dit op die manier op gang gaat komen. Dat doen wij door met gebruiksvriendelijke software te werken en door te zorgen dat we wat te bieden hebben bij het borgen van de kwalificaties van personen en bedrijven. Het moet echt een hulpmiddel zijn voor partijen om hun werk beter, gemakkelijker en efficiënter te doen.”

Zowel Van Lieshout als Van der Linden zijn vooralsnog erg positief over de voortgang. “Het verbaast me hoe gemakkelijk dit besmet. Het is gemakkelijker te verspreiden dan ik dacht. Dat vind ik een heel gaaf gegeven”, aldus Van der Linden.