Het Nederlandse spoorbedrijf verdient het om onze nationale trots te zijn, maar dat zou je wel eens kunnen vergeten. Het recente drama in Voorschoten staat nog vers in het geheugen. De grote storing twee weken geleden in Amsterdam met zijn olievlekwerking naar de rest van Nederland ligt nog vers in het geheugen. Je zou zo maar kunnen vergeten wat er allemaal goed gaat.

Douwen

Als men op een verjaardagsfeestje ontdekt dat ik in de spoorsector werk, dan is er altijd wel iemand die zegt: “Hoe moeilijk kan dat nou zijn? Zo’n trein staat op de rails, je geeft hem een douw en dan komtie er aan de andere kan weer uit…”. Zucht. Zo’n opmerking toont een volslagen gebrek aan gevoel voor de complexiteit van ons Nederlandse spoor. Het Nederlandse spoorwegnet bestaat uit 7.000 kilometer spoor, 1.600 overwegen, 4.000 kilometer bovenleiding, 4.500 wissels en 400 stations waar dagelijks 1 miljoen treinreizen worden gemaakt en meer dan 100.000 ton goederen vervoerd worden. ProRail is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud hiervan.

Hilversum – DEI jaarevent: John de Voogd in actie. Fotografie door Thijs Rooimans

ProRail heeft in 2022 meer dan 1400 projecten uitgevoerd – en ondertussen bleven die miljoen treinreizen per dag dus mogelijk. Vergeet niet: dat alles in een context van de Nederlandse bodem met eigenwijze eigenschappen; de Nederlandse overheden met hoge eisen rondom milieu, beperkte hinder, veiligheid, etc.; de kritische burger die naar hartenlust meedenkt. En begrijp me goed: allemaal heel terecht. We houden elkaar scherp en ik geloof er heilig in dat dit land daardoor nog steeds een fantastisch land is.

 

Groeien

Dit jaar gaat ProRail 40% groeien. Pardon? Er wordt dus 40% meer werk verzet op het spoor? Datzelfde spoor dat nu al zo druk is? En dat door die gemeenten loopt die nu al zulke hoge eisen stellen? Jazeker. Nederland heeft het namelijk nodig. De mobiliteitsbehoefte neemt toe en spoor is daarbij een schoon en veilig alternatief voor weg- en luchtvaartverkeer. De behoefte aan transport van goederen neemt toe en dat ondersteunt onze economische groei. Spoor is daarvan een belangrijke facilitator.

 

Successen

Die druk van benodigde groei levert een enorme uitdaging, en naar mijn mening ook de basis voor een oplossing. Want als we kijken waar en hoe successen worden geboekt bij spoorse infrastructurele aanpassingen, dan zijn er typische aspecten kenmerkend. Laat ik eerst twee van die successen beschrijven:

Het eerste succes betreft de uitbreiding van het station op Zandvoort. Dat was in 2020, met het oog op de rit van Max die nogal wat bezoekers zou trekken. Twee extra perrons, uitbreiding en verzwaring van het voedingsnet; dat alles duurt normaal zomaar een jaar of 10. Deze keer kon het in 2 jaar tijd.

Het tweede succes was het herstel van de schade door kortsluiting in september 2022 waardoor het traject tussen Dronten en Lelystad stil kwam te liggen. Alles wat kapot zou kunnen gaan, ging ook kapot. Van alle techniekvelden was maximale inzet nodig. Waar een soortgelijke schade normaliter van tekentafel tot hernieuwde inbedrijfstelling een jaar zou duren, is deze klus in 3 maanden geklaard.

 

Overeenkomsten

Zo op het eerste gezicht twee heel uiteenlopende voorbeelden, toch? Ik ben echter van mening dat ze sterk aan elkaar zijn verbonden. Niet door aard of oorzaak, maar wel door aanpak. Wat deze voorbeelden met elkaar verbindt, zijn de kenmerken van de samenwerking van alle betrokken partijen. Een gedeelde, heldere, doelstelling; iedere betrokkene in de kracht van zijn eigen rol en competentie; maximale transparantie; communicatie met minimale governance; en veel vrijheid voor de expertise van elke betrokken partij. Een samenwerking dus met vele kenmerken van een ecosystemische samenwerking. En daar zit wat mij betreft de essentie van het succes van deze twee voorbeelden. Wellicht onbedoeld en onbewust, geven deze voorbeelden een onderbouwing van de stelling van DEI dat complexe “wicked” problems in een “vuca” context het meest effectief en efficiënt kunnen worden opgepakt middels ecosystemische samenwerking. Deze manier van werken geeft de spoorse wereld een alternatief spoor naar een toekomst waarin 40% groei een kans van slagen heeft. Met eenieder die daar interesse in heeft, praat ik graag verder.