Olivier Sessink, CTO van het Joint Informatievoorziening Commando

Olivier Sessink, CTO van het Joint Informatievoorziening Commando.

Digitalisering speelt bij oorlogsvoering een steeds grotere rol. Overheidsorganisaties zoals Defensie doen regelmatig zaken met enkele partijen, met het risico dat ze een dominante positie innemen in het digitale landschap. Valt zo’n partij weg, dan kunnen de gevolgen verstrekkend zijn. Olivier Sessink, CTO van het Joint Informatievoorziening Commando, pleit daarom voor meer ecosystemisch samenwerken.

Tekst: Eveline Meijer

Het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) is het IT-bedrijf van Defensie, dat met zijn 6000 fte alle ICT-gerelateerde zaken verzorgt. “Alles wat je aan IT kunt verzinnen, hebben wij wel”, zegt Sessink. Het gaat om gespecialiseerde systemen voor de luchtverkeersleiding van militaire vliegvelden, software aan boord van pantservoertuigen en de tracks tussen radar en raket, om te zorgen dat de raket daadwerkelijk zijn doel bereikt. Daarnaast verzorgt JIVC ook reguliere zaken, zoals werkplekken en glasvezelnetwerken op de locaties van Defensie.

De diversiteit in de werkzaamheden van JIVC toont hoe groot de rol van ICT is geworden in de moderne oorlogsvoering. “Volgens mij draait de hele moderne oorlogsvoering om het hebben van de juiste data op het juiste moment, zodat je snel beslissingen kunt nemen”, stelt Sessink. “Dat zie je ook in Oekraïne. De verhalen hierover zijn inmiddels algemeen bekend: als in een bepaald stukje bos plotseling te veel telefoonsignalen bij elkaar komen, duurt het slechts enkele minuten voordat deze informatie de andere partij bereikt en de artillerie inslaat. De snelheid waarmee je alle beschikbare data op de juiste plek krijgt, is tegenwoordig een bepalend aspect voor oorlogsvoering.”

Risico van afhankelijkheid

De aanpak rond digitalisering laat echter nog wat te wensen over, zeker als het gaat om samenwerking. Op dit moment wordt veel ingekocht via traditionele aanbestedingen. “Daar komt één grote partij uit, die iets gaat bouwen. Of je koopt standaardsoftware in en gaat die aanpassen naar eigen gebruik.” Het gevolg is dat overheidsorganisaties sterk afhankelijk worden van die ene partij. Valt zo’n partij dan weg, dan heeft dat direct grote gevolgen.

Wat Sessink betreft moet daar verandering in komen. Hij pleit voor een ecosystemische aanpak. “In een ecosysteem werken zowel vragers als aanbieders niet met een één-op-één-relatie, maar veel meer vanuit gezamenlijkheid. Je werkt dus ook met meerdere partijen aan de leverancierskant”, verklaart hij. “Daarmee spreid je het risico. Gaat één partij failliet, dan is dat slechts één van de spelers in het ecosysteem en niet je gehele dienstverlening die wegvalt.”

Olivier Sessink spreekt woensdag 16 april 2025 op de DEI Summit ‘Ecosystemen ontrafeld: tevredenheid & praktijkinzichten’.

De Summit is al volgeboekt, maar je kunt je nog aanmelden voor de wachtlijst.

Bovendien kan met een ecosysteem een geheel nieuwe oplossing tot stand komen, bijvoorbeeld wat betreft de Amerikaanse hyperscalers. Met de huidige geopolitieke spanningen wordt ook kritisch naar partijen als AWS en Microsoft gekeken. Staatssecretaris Zsolt Szabó van Digitalisering heeft onlangs aangekondigd zich in te zetten voor het realiseren van een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.

“Ik denk dat ecosystemen daarbij misschien wel het enige antwoord kunnen bieden”, zegt Sessink. Een directe Europese concurrent voor een speler als AWS is er nu niet, maar Europa telt wel allerlei leveranciers die samen tot een goed alternatief kunnen komen, denkt de CTO. “Er zijn al partijen met meerdere datacenters, met geavanceerde AI en die softwarematig functionaliteiten over verschillende clouds heen kunnen verschuiven. Maar als je al die diensten in één aanbod wilt, dan vind je dat alleen bij partijen als Amazon, Microsoft of Google. Als aanbieder kun je je in een ecosysteem verenigen om daarmee een aanbod op een hoger dienstniveau te krijgen, zodat je een alternatief kunt vormen voor die Amerikaanse hyperscalers.”

In zo’n ecosysteem kan van alles zitten, van de datacenters tot de SaaS-diensten die in de cloud gebruikt worden. “Daar wil je wel enige compatibiliteit in hebben. Stel, je wilt data verspreiden over tien datacenters, dan wil je wel dat die datacenters dezelfde API’s kunnen aanroepen.”

Ook overheden kunnen onderling meer samenwerken, denkt Sessink. In de huidige situatie maken ministeries vaak zelfstandig afspraken met een partij, waardoor niet direct duidelijk is hoe groot de eventuele afhankelijkheid is. Maar als iedereen samen om de tafel gaat zitten, krijgt men daar inzicht in. “Afhankelijk zijn van één partij is te risicovol. Dus ik denk dat een ecosysteem aan de vragende kant ons ook tot een gezondere markt kan brengen.”

Iedereen is nog zoekende naar hoe zo’n contract tussen meerdere partijen eruit moet zien

Hoe pak je dit aan?

De interesse voor ecosystemisch werken bestaat zeker, maar Sessink voorziet nog een grote uitdaging: het juridische deel. “De inkoop- en contractjuristen hebben hier nog weinig ervaring mee. En dat geldt ook voor de aanbodkant. Iedereen is nog zoekende naar hoe zo’n contract tussen meerdere partijen eruit moet zien. Hoe doe je dit überhaupt, als we verplicht zijn om Europese aanbestedingen te doen? Kun je een aanbesteding doen waarbij er een ecosysteem geleverd gaat worden? Normaal gesproken is er een consortium dat zich moet inschrijven en leveren, maar dat is niet noodzakelijkerwijs een ecosysteem. Een consortium heeft bijna altijd één grote, sterke speler, waar de rest omheen hangt.”

Vooralsnog zijn er nog geen concrete stappen gezet naar een echt ecosysteem. Maar er is al wel enige voorbereiding geweest, zegt Sessink. “Mocht er een nauwere samenwerking komen, dan komt er een call om te zorgen dat we zo min mogelijk dubbel gaan doen. Daar heb ik al met andere overheidsorganisaties over gesproken. Bij zo’n situatie moet er een samenwerking komen, waarin we afspreken wie welke producten gaat piloten, hoe we zaken samen kunnen brengen en bedenken hoe we verschillende leveranciers bij elkaar kunnen brengen om gezamenlijk iets aan te bieden.”