Met ruim 1,3 miljard transacties in 2023 is iDEAL met afstand het meest gebruikte online betaalmiddel in Nederland en een belangrijke speler in het financiële ecosysteem. Vorig jaar werd bekend dat iDEAL wordt overgenomen door het European Payments Initiative. Wat betekent dat voor het ecosysteem en iDEAL zelf? Max Geerling, Strategy & Board Advisor bij Currence, vertelt.
Zo’n twintig jaar geleden zag de financiële wereld er heel anders uit. Internetbankieren won net aan populariteit en veel banken hadden hun eigen betaalsystemen waarmee klanten producten en diensten op het internet konden afrekenen.
Geen ideale situatie: bedrijven moesten tal van betaalmiddelen aanbieden via hun website – en deze dus ook goed integreren – en onder consumenten was er verwarring met welke methode zij wel of niet konden betalen. Daarom introduceerden ING/Postbank, ABN AMRO en Rabobank in 2005 een nieuw betaalmiddel: iDEAL. Dit moest een universeel geaccepteerde betaalmethode worden, waar alle banken op aangesloten waren en waarvan de kosten schappelijk waren. In hetzelfde jaar werd ook Currence opgericht, dat merkeigenaar is van iDEAL en het afsprakenstelsel als onafhankelijke partij beheert.
Anno 2024 is iDEAL niet meer weg te denken uit de Nederlandse maatschappij. Volgens Betaalvereniging Nederland dekt iDEAL bijna driekwart van de Nederlandse betaalmarkt voor e-commerce en jaarlijks neemt het aantal transacties toe.
Coopetition
Daarmee is iDEAL een belangrijke speler in het financiële ecosysteem. Of beter gezegd: iDEAL ís een ecosysteem. Een ecosysteem dat bestaat uit alle Nederlandse banken (en een paar buitenlandse), betaaldienstverleners, consumenten en bedrijven die online producten of diensten verkopen.
“Ik noem dat altijd Coopetition pur sang”, zegt Geerling. Coopetition is een samenvoeging van twee woorden: cooperation en competition. “Cooperation is het samenwerken om een zo groot mogelijke taart te maken. Competition is de manier om die taart zo efficiënt mogelijk te verdelen”, legt Geerling zijn visie uit. “Werk je niet samen, dan heb je allemaal hele kleine taartjes, waar je dan alsnog maar een klein stukje van krijgt.”
Voor iDEAL werken banken samen om te zorgen dat consumenten gemakkelijk online kunnen afrekenen, ongeacht bij welke bank zij zitten. Voor bedrijven geldt omgekeerd hetzelfde, zij kunnen iDEAL betalingen ontvangen via hun eigen betaaldienstverlener. “Die samenwerking zit in de technische specificaties en de protocollen, de business rules die voor deelemers uniform bepaald zijn en in de gebruikerservaring. We hebben voorgeschreven hoe de UX (user experience, red.) eruit moet zien bij een bank. Dat gaat over het gebruik van het logo, maar er zijn ook regels dat er geen advertenties op die pagina’s mogen staan. Het moet voor gebruikers altijd helder zijn wat de volgende stap in de user flow is.” Ook bevat het afsprakenstelsel regels voor zaken als de toetreding van nieuwe deelnemers of de betaalgarantie bij een succesvolle iDEAL-transactie.
In het buitenland vragen ze wel eens hoe we dit doen. Dan zeg ik: door gewoon met elkaar om de tafel te gaan zitten, uit te leggen wat je ervan vindt en naar elkaar te luisteren.
Constant overleg
Als belangrijke speler in dit ecosysteem heeft Currence diverse verantwoordelijkheden. De organisatie moet zorgen voor een gelijk speelveld, waarin de belangen van de spelers in balans zijn. “Als we een grote verandering voor iDEAL voorzien, dan consulteren we marktpartijen eerst. We organiseren meetings waarin we presenteren wat voor veranderingen we denken te moeten doen. Daar willen we dan ook hun mening over horen”, aldus Geerling. “We doen ook veel consumentenonderzoek.”
Lastig hierbij is natuurlijk dat de banken en andere betaaldienstverleners onderling met elkaar concurreren. Hoe zorg je dan toch dat iedereen goed samenwerkt? “Door veel overleg te hebben. Dit is echt het Nederlandse poldermodel. In het buitenland vragen ze ook wel eens hoe we dit doen. Dan zeg ik: door gewoon met elkaar om de tafel te gaan zitten, uit te leggen wat je ervan vindt en naar elkaar te luisteren.”
“Natuurlijk is dat soms complex. Het is ook niet alsof alles altijd lukt. Dat is ook een beetje de lol van het werk. Je moet mekaar scherp houden.”
iDEAL wordt overgenomen
In april 2023 verscheen opeens groot nieuws: iDEAL wordt overgenomen door het European Payments Initiative (EPI), met als doel om een uniforme betaaloplossing uit te rollen voor alle Europese landen. Daarmee verandert er een hoop in het ecosysteem rond iDEAL.
Te beginnen met de naam: iDEAL wordt ergens vanaf 2026 ingeruild voor Wero. Wero is de naam van het betaalproduct dat EPI aanbiedt. Dat heeft ook voordelen: Wero heeft volgens Geerling features die iDEAL niet heeft. “Zaken als consumentenbescherming. Als je nu met iDEAL betaalt en er gaat iets fout, dan moet je naar de webwinkel toe. Wero gaat daar dingen voor aanbieden. En Wero gaat recurring payments, dus terugkerende betalingen zoals Netflix-abonnementen, mogelijk maken. Dat kan bij iDEAL nu alleen met een omweg.”
“Tegelijkertijd zijn we enorm op onze hoede dat hier geen brokken van komen”, benadrukt Geerling. “Met de relevantie die het product voor de economie heeft, moet het niet zo zijn dat er in de komende jaren een moment ontstaat dat er niet meer betaald kan worden op het internet. Dit mag niet ten koste gaan van de goede werking van het betaalverkeer, zoals De Nederlandsche Bank (DNB, de toezichthouder, red.) dat noemt.”
Internationalisering is een extra complexiteit voor veel ecosystemen.
De grens over
De grootste verandering is waarschijnlijk wel dat iDEAL geografisch veel groter wordt. De dienst richtte zich tot voor kort echt alleen op de Nederlandse consument, maar het wordt bij EPI een Europees product. In juli werd Wero al in Duitsland uitgebracht. In eerste instantie met alleen mogelijkheden voor betalingen tussen personen. Later dit jaar komen daar ook webshops bij en wordt de dienst ook uitgerold naar Frankrijk en België.
Daarmee wordt het ecosysteem plots een stuk groter. Opeens zijn er ook internationale spelers die meedoen. “Dat vind ik superinteressant, want dan krijg je allerlei culturele verschillen te zien. Internationalisering is een extra complexiteit voor veel ecosystemen. Je ziet hoe Duitsers en Fransen zakendoen en met elkaar samenwerken, en hoe consumenten in die landen hun betalingen doen. Duitsers gebruiken van oudsher vaker contant geld, dus zij hebben een andere beleving bij betalingen dan Nederlanders. Daar moet je met zo’n product wel rekening mee houden, wil je in Duitsland succesvol worden. Maar dat is ook waarom EPI is opgericht. Dat is een veel internationalere groep.”
Ook in eigen land ziet Geerling nog een belangrijke uitdaging: de naamswijziging van iDEAL naar Wero. “Verandering is altijd lastig voor consumenten. Het heeft een risico in zich dat ze het niet goed begrijpen of voor een heel ander betaalproduct gaan kiezen. Dus we zijn nu goed aan het nadenken over hoe Wero in de Nederlandse markt kunnen introduceren. Dat zal op zijn vroegst in 2026 zijn. Maar we gaan het hier stap voor stap introduceren, zodat we consumenten kunnen meenemen in de nieuwe mogelijkheden.”
Zet de consument voorop
Dat consumenten belangrijk zijn, dat heeft Currence in de afgelopen twintig jaar wel geleerd. En dat is ook de belangrijkste les die Geerling meeneemt naar het internationale speelveld. “Een consument is degene die bepaalt waarmee betaald wordt. Een webwinkel kan allerlei betaalmethodes aanbieden – dat doen de meeste ook – maar uiteindelijk kiest de consument.”
Wat Geerling betreft moet de consument dan ook vooropgezet worden. “Wat we daar concreet mee bedoelen, is dat het zo eenvoudig mogelijk moet zijn. Dus je moet geen aparte stappen doorlopen vóór je eerste betaling. Als jij met iDEAL wil betalen en je hebt een bankrekening, dan moet dat gewoon kunnen. Daar hoef je niets extra’s voor te doen. Dat moet in de kern ook voor Wero blijven gelden.”
De andere belangrijke les is dat banken niet alleen moeten samenwerken, maar juist ook moeten blijven concurreren. “Die concurrentie zorgt ervoor dat de betaalpropositie aantrekkelijk blijft voor webwinkels. Je wil de taart echt zo groot mogelijk maken en dan efficiënt verdelen.”