De community of practice van het programma Ecosystemen in Digitale Transitie (EiDT) kwam op 5 november bij elkaar voor de vijfde sessie. Deze keer staat een concrete casestudy centraal: het PDX-platform van het DMI-ecosysteem.
Nederland staat voor grote uitdagingen. Er moeten voor 2030 meer dan 900.000 woningen bij, waarvan minimaal 50% binnenstedig. Dat zorgt voor toenemende druk op betaalbare huisvesting, mobiliteit en leefbaarheid.
Er zijn ruim 240 rijksprogramma’s in het fysieke domein die zich bezighouden met duurzame verstedelijking, met 35 leidende principes die soms tegenstrijdig zijn. Het probleem is dat veel van die projecten niet eens uit de pilotfase komen.
Dat heeft onder meer te maken met het feit dat data in verschillende kokers wordt opgeslagen, bijvoorbeeld onder energie, verstedelijking of mobiliteit, zonder onderlinge uitwisseling. Ieder domein maakt eigen beslissingen en heeft eigen processen. Maar de werkelijkheid is dat alles met elkaar samenhangt.
Bovendien verschilt de kwaliteit van die data enorm en is er ook bij overheden slechts beperkt zicht op wat er nu echt gebeurt in een stad.
De PDX
Daarvoor werkt DMI aan de Product en Data Exchange (PDX). Dit is een platform dat ervoor zorgt dat partijen veilig data met elkaar kunnen delen. Het verbindt vraag en aanbod op een marktplaats, maar zorgt ook voor een stuk vertrouwen en zekerheid. Bij iedere transactie controleert de PDX automatisch: mag deze partij deze data onder deze voorwaarden gebruiken? Pas als dat klopt, komt de transactie tot stand. Zo werkt het als een soort verkeersregelaar die constant checkt of iedereen zich aan de afspraken houdt.
Aangesloten organisaties kunnen, mits zij daartoe geautoriseerd zijn, de aangeboden data gebruiken om producten te maken, die geautoriseerde organisaties vervolgens ook weer kunnen gebruiken.
Ook deelnemen aan EiDT?
De community of practice Ecosystemen in digitale transitie (EiDT) gaat in 2026 zijn tweede jaargang in. Interesse om deel te nemen? Of wil je meer weten over het programma? Meld je dan aan voor de eerste bijeenkomst.
Om dit mogelijk te maken, is de PDX uit verschillende bouwstenen opgebouwd. Er is een catalogus waar je kunt zien welke data en producten er zijn, een identificatie- en authenticatiesysteem (via iShare) dat checkt of je bent wie je zegt te zijn, een transactiemodule voor de financiële afhandeling, en logging om bij te houden wat er gebeurt. Verschillende partijen leveren deze onderdelen, zoals AMS-IX, Dexeus, Luminis en WeCity. Het bijzondere is dat er meerdere marktplaatsen zijn die allemaal gebruikmaken van dezelfde vertrouwenslaag, zodat je niet bij elke marktplaats opnieuw hoeft te bewijzen dat je betrouwbaar bent.
Ook is er een zekere vorm van governance, via beleid, een afsprakenstelsel dat door alle deelnemers is ondertekend en natuurlijk wet- en regelgeving.
Casestudy
De deelnemers van EiDT gebruiken deze informatie om met een vijftal vragen aan de slag te gaan.

- Hoe delen jullie data nu in je eigen ecosysteem en welke ervaringen heb je hierin opgedaan?
- Hoe kijk je tegen de huidige opzet van PDX aan?
- Welke kansen en bedreigingen zie je voor PDX?
- Welke mogelijkheden zie je om samen te werken met DMI Ecosysteem en wat zouden dan de next steps kunnen zijn?
- Welke geleerde lessen heb je voor je eigen organisatie en hoe deel je deze lessen?
In de discussies komen verschillende thema’s naar voren. Een belangrijk punt is de spanning tussen vraag gedreven en aanbod gedreven werken. Een marktplaats kan snel zichtbaarheid creëren en veel producten aantrekken, maar dat betekent niet automatisch dat de juiste producten van de juiste kwaliteit worden aangeboden. Ook de uitdaging van standaardisatie en taxonomie wordt besproken: datasets kunnen van hoge kwaliteit zijn, maar als er geen afspraken zijn over syntax en semantiek kunnen ze niet met elkaar praten. Dit vraagt om een uniforme taal.
Andere discussiepunten gaan over de balans tussen beveiliging en beschikbaarheid. Te veel beveiliging maakt systemen onbruikbaar, maar te weinig bedreigt het vertrouwen. Ook de vraag hoe publieke data publiek blijft, en niet-publieke data niet-publiek, vraagt aandacht. Tot slot wordt benadrukt dat usecases de kern vormen van elk ecosysteem: de waarde van data hangt samen met de usecase. Zonder duidelijke usecases is het moeilijk om datawaarde te bepalen en is het lastig om partijen te verbinden.
