Ongeveer 40.000 studenten en 4.000 medewerkers vertrouwen dagelijks op de IT van Hogeschool Rotterdam, één van de grootste hogescholen van Nederland. Aan het hoofd van die IT staat Anjo van Kelckhoven, de CIO. Bijzonder; hij is een CIO met een visie op de maatschappelijke rol van IT. Met een missie: beter onderwijs, daarin ondersteund door informatie en technologie. Anjo stond vorige week voor de groep deelnemers van de Werkgroep DESF (Digital Ecosystems Service Framework) waarin hij gloedvol uiteenzette welke bewegingen plaatsvinden in onderwijsland en hoe hij gelooft dat IT daar een kracht ten goede kan zijn. Daar vertelde hij over het Collaborative Trust Framework, gericht op onder andere het borgen van publieke waarden in samenwerkingen met marktpartijen die Educational Technology (EdTech) ontwikkelen. Hier legt Anjo het nog een keer uit.
3 fasen van digitale ontwikkeling
Anjo herkent dat het belang van informatie en technologie in de onderwijswereld steeds duidelijker wordt. Hij voelt zich aangesproken door de toepassing van het 3 Horizons model van McKinsey in de werkgroep DESF, en hij ziet daarin de 3 fasen van digitale ontwikkeling terug: “Digitization is de eerste stap voor organisaties; het digitaliseren van de analoge wereld. Vervolgens komt stap 2, Digitalisation, de stap die de voordelen van digitalisering van een organisatie uitnut. De derde stap, Digital Transformation, is de systeemverandering waarin de veranderingen die digitalisering in de maatschappij en in het beroepenveld in Nederland veroorzaakt verscholen liggen.” Voor de digitale transformatie is daarom steeds meer geld beschikbaar. Er wordt dan ingezet op een efficiencyslag, door kennis en kunde te delen, maar ook, juist, op het vergroten van de kwaliteit van het onderwijs en de bijdrage die de het onderwijs kan leveren aan de maatschappelijke transitieopgaven. Anjo: “Dat past naadloos bij mijn eigen drive, kwaliteit van onderwijs verbeteren en een maatschappelijke impact teweeg brengen.”
digitale disruptie
Die systeemverandering door technologie geldt op alle vlakken in onderwijsland, niet alleen in de organisatie zelf, of in de IT-organisatie. Ter illustratie legt Anjo uit wat er gebeurt in een van de beroepen waarvoor onderwijsinstellingen opleiden: “Een van de digitale disrupties op dit moment is de immens snelle opkomst van artificial intelligence (AI). De nieuwe mogelijkheden die daardoor ontstaan worden ingezet door bedrijven in bijvoorbeeld de accountancy. Dit betekent dat het beroep verandert. Misschien niet in de basiskennis en vaardigheden die professionals in dat beroep moeten hebben, wel in de praktische toepassing. De kritische vraag is of opleiders deze snel genoeg in hun curricula verwerken.” Het is de taak van de onderwijsinstelling om deze ontwikkeling te duiden en integreren in het programma zodat toekomstige accountants goed zijn voorbereid op de nieuwe realiteit.
Tegelijkertijd verandert het werk van docenten en ondersteunende functies als IT of HR door de technologische ontwikkelingen. En is het lastig bijbenen als een onderwijsinstelling dat helemaal alleen moet doen: “Vanaf elk eiland het wiel uitvinden, dat willen we allemaal niet. Dus zoeken onderwijsinstellingen elkaar op. Door programma’s gezamenlijk op te zetten is er niet alleen winst te behalen op kwaliteit, maar ook op snelheid.”
Er wordt verschillend gekeken naar technologische vooruitgang in de onderwijssector. Anjo signaleert de negatieve en de positieve visie daarop: “met de negatieve bril op betekenen technologische oplossingen in het onderwijs dat er een grote afhankelijkheid ontstaat van leveranciers. Organisaties die wellicht een andere driver kennen voor hun innovaties, die andere waarden hooghouden. Een belangrijke (publieke) waarde in het onderwijs is autonomie, maar dat bots weleens met commerciele drijfveren van leveranciers.” Anjo herkent ook de positieve kant van grote onderlinge verbondenheid van technologie en de onderwijswereld, namelijk de kwaliteitsslag in het onderwijs: “Aan alle kanten zie je startups opschieten die vanuit een diepe wens om beter onderwijs te leveren interessante en spannende stappen zetten. Die ontwikkelingen gaan heel snel en daar vaart het onderwijs wel op.”
EdTech, no AdTech
Tegelijkertijd realiseert Anjo zich dat deze startups na een aantal jaar kunnen worden overgenomen. Sommigen zijn interessant voor een investeringsmaatschappij, anderen gaan naar de beurs. In alle gevallen betekent het een kanteling van publieke waarde naar aandeelhouderswaarde. De overtuiging over het enorme belang van goede verankering van publieke waarden, heeft hem aangezet om te werken aan het Collaborative Trust Framework. Een afsprakenkader om de publieke waarden stevig te verankeren in private bedrijven die samenwerken met publieke onderwijsinstellingen. “Het Collaborative Trust Framework brengt die verankering door de vertaling van waarden van de samenwerking (“trust values”) op basis van use cases naar praktisch toepasbare principes (“deployable principles”). Bijvoorbeeld de deployable principle “ EdTech, no AdTech” Hiermee verwijst Anjo naar een situatie die enkele jaren geleden ontstond in het buitenland, waar een aanbieder van EdTech oplossingen advertenties opnam in haar software. Dit leek het bedrijf een goede aanvulling op haar businessmodel, maar heeft sterk negatieve gevolgen voor de didactiek en pedagogiek. EdTech zou de kwaliteit van het onderwijs voorop moeten stellen.
En het slaat aan. Het Collaborative Trust Framework wordt ook door de Council of Europe om uitwisseling gevraagd. Deze Europese instantie werkt al langer aan een vergelijkbaar raamwerk maar dan gericht op “Big Tech”. Anjo: “Er zit veel tractie op dit onderwerp en er wordt vanuit verschillende initiatieven aan gewerkt. In het Collaborative Trust Framework gericht op educational technology. In Europees verband gericht op big tech, Maar ook in Nederland door de stichting Public Spaces, gericht op IT oplossingen in publieke organisaties. Dat we allemaal bezig zijn met het borgen van publieke waarden is een goede ontwikkeling.”
solide afsprakenkaders
De uiteindelijke visie of droom ligt nog een stap verder dan het Collaborative Trust Framework. Het komen tot ecosystemen in het onderwijs, waarbij publieke en private organisaties intensief samenwerken aan het verbeteren van het onderwijs. Randvoorwaardelijk voor een goed werkend ecosysteem zijn solide afsprakenkaders. Het Collaborative Trust Framework kan die rol vervullen in de onderwijswereld. Voor Anjo zit daar de waarde: “EdTech partijen werken samen met ons, publieke onderwijsinstellingen, aan de maatschappelijke opgave die we hebben. En dat doen we in meerdere onderling verbonden ecosystemen. Zo wordt de kloof tussen instellingen overbrugd en begint de sector veel meer als één geheel te opereren. Dat komt uiteindelijk ten goede aan het onderwijs en dus aan onze maatschappij.”